Zucht. Het laatste hoofdstuk. Straks ga ik nog huilen.
Ok, ik ga mensen bedanken.
CaptainSparrow-luv: Free, jij bent en blijft een fan van Lizzie, en dat is super! En thanx voor al je reviews, je was er weer altijd als de kippen bij.
Love Fantasy: Hetzelfde geld voor jou. En ook jij bedankt voor al je reviews en berichtjes!
Myrthe: Ik mag jou ook bedanken. Gewoon om door op ieder chapter te reviewen, ook al was dat iets later dan deze twee freaks hierboven. (In ieder ander verhaal zou mijn naam daar dan ook staan, maar goed.)
It's-the-princess-in-me: Ondanks dat je aantal reviewjes iets kleiner is dat deze hierboven, Bedankt!
Cicillia: En ook jij bedankt voor je reviewtje.

En als er nog iemand is die ik vergeten zou zijn, zeg het dan!

En, dit is niet het einde, dit is slechts het begin. (Pok, dat klinkt cliché, en past beter bij het vorige chapter) Maar het is waar.
Mijn idee om een tweede deel te schrijven houd stand. (En ik ben er al mee begonnen ook!) dus jullie kunnen dus binnenkort het proloog al lezen, de rest van het verhaal zal ook volgen. En als er ideeën of tips zijn, zeg je het maar, en voorkeurtjes kunnen altijd ingediend worden.

En nu ga ik jullie niet langer vasthouden met mijn gezeur. Hier is het dan, het laatste Chapter. Zucht.


21. En iedereen weet het.

'Remus! Wakker worden!' James gilde haast letterlijk in zijn oor. 'Dit moet je zien!'

'Wat is er?' vroeg Remus slaperig aan James, die in zijn hutkoffer was gedoken.

'Sta op! Dit is echt goud waard!' hij bleef in zijn hutkoffer rommelen. 'Waar heb ik dat ding gelaten? Ik ben zeker dat het- Hebbes!' James stak een camera in de lucht. 'Ben je er nu?' vroeg hij ongeduldig aan Remus.

'Ja, ja, ik ben er al,' zei Remus terwijl hij nog snel zijn veter vastbond. Hij volgde James de trap af. 'Wat is er nu goud waard? En waar dient dat fototoestel voor?' James rende naar het haardvuur en bleef bij de sofa staan. 'Oh, my God!' riep Remus uit, die begon te lachen.

'En daar nemen we wat foto's van,' zei James, en hij begon wat kliekjes te trekken.

'Potter! Wat heeft dat te betekenen?!' schreeuwde Lily, nog voor ze een duidelijk beeld had van de sitiuatie.

'Kom eens aan deze kant van de bank staan, Evers,' zei James kalm, maar nog steeds met een grijns.

'Waarom zou ik?!' gilde Lily.

'Doe maar, Lily,' zei Remus. 'Geloof me, je zult er geen spijt van krijgen.'

Lily leek haar mede-klassenoudste te vertrouwen en liep na enige aarzeling, naar de andere kant van de sofa.

'Oh, my God!' begon ze te lachen zodra ze zag hoe Lizzie op de borst van Sirius lag, beiden slapend als roosjes. 'Dat kan je niet menen!'

'Oh, jawel,' zei James, die verder ging met foto's trekken.

'Mag ik dubbeltjes van die foto's?' vroeg Lily, nog steeds lachend.

'Jij?!' zei James ongelovig.

'Ja,' antwoordde Lily. 'Ik had en weddenschap met Lizzie, en met die foto's heb ik bewijsmateriaal. Nu kan ze toch niet ontkennen dat ze niets met Sirius heeft!'

'Hm, dat zou ik toch niet zo direct zeggen,' bracht Remus ertegen in. Zowel Lily als James draaiden vragend hun hoofd naar hem. 'Ik bedoel, het is heus niet de eerste keer dat die twee zo wakker worden.' Twee paar ogen werden zo groot als schoteltjes. Remus begon te vertellen over de kampeertrip en die keer met het onweer. Alleen dat het onweerde vertelde hij niet. Hij wist namelijk niet of Lily dat al wist.

'Onweerde het toen toevallig?' vroeg Lily.

'Ehm, ja.' Blijkbaar wel, dus. 'Weet je, ik denk zelfs dat ik daar nog foto's van heb! Wacht even!' en Remus stormde de trap naar de slaapzaal op, en kwam even later terug met de foto's.

Ondertussen kwamen steeds meer en meer leerlingen kijken wat er aan de hand was, en de foto's gingen rond, allemaal lachend om het beeld van Sirius en Lizzie, of om de foto's.

Juist op dat moment werd Sirius wakker. Hij opende zijn ogen en keek recht in de lens van de camera die James vasthield. 'Gaffel, doe dat ding weg,' zei hij geïrriteerd. Hij keek rond. 'En wat doen al die mensen hier?'

'Kijk eens goed, Sluipvoet,' zei Remus met een grijns.

Sirius keek verbaasd rond en merkte toen pas dat Lizzie op zijn borst lag. Hij glimlachte toen hij zich herinnerde wat er gisteren gebeurd was. Hij kon niet geloven dat het echt was, maar de proppen papier die rond de chocoladerepen hadden gezeten lagen zelfs nog op de grond.

'En?' vroeg Lily hoopvol.

'En wat?' vroeg Sirius.

'Kom nu Sluipvoet, even normaal,' zei James. 'En?'

'En wát?' herhaalde Sirius. Hij wist best wat ze wouden weten, alleen was de verleiding om hun voor de gek te houden te groot.

'Sluipvoet! Doe eens vijf minuten serieus!' riep Remus geïrriteerd. Op dat moment bewoog Lizzie een beetje. 'Ze word wakker!'

En inderdaad, een paar tellen later opende Lizzie haar ogen. Gelijk begon iedereen vragen op haar af te vuren. Lizzie keek naar de menigte die rond de sofa stond, dan naar Sirius, en dan naar haar horloge, om vervolgens te besluiten dat het nog te vroeg was en ze draaide zich om en ging terug liggen.

Sirius moest er om lachen. 'Liz, kom nu.'

'Hmm hmm,' zei ze, en ze zette zich recht, maar bleef wel tegen Sirius aan zitten. Ze keek rond en deed alsof ze nu pas doorhad dat er zoveel volk stond. 'O, hoi!' zei ze vrolijk.

'Lizzie…' zuchtte Remus.

'En?' vroeg James weer.

'Derde keer prijs?' vroeg Lily.

Lizzie keek de drie aan. 'Ik heb geen flauw idee waar jullie het over hebben,' zei ze, maar ze gaf een kneepje in Sirius' hand om aan te duiden dat ze het niet vergeten was. Sirius kneep terug.

'Kom nu, Foxie!' riep James. 'We hebben bewijs,' en James stak de foto uit naar Lizzie. Alle foto's kwamen bij Lizzie en Sirius terecht, en ze bekeken ze één voor één.

'Heb je die ene foto opzettelijk weggelaten of zo?' vroeg Lizzie spottend terwijl ze het stapeltje terug aan haar neef gaf.

'Als je wilt ga ik ze wel halen, hoor,' en Remus draaide zich om.

'Nee nee, dat is echt niet nodig,' zei Lizzie haastig, maar hij was al weg.

'Welke foto?' wou Sirius weten.

'Van aan het strand,' zei Lizzie. Sirius fronste zijn wenkbrauwen. 'Van toen ik van die jongens af wou,' vervolgde Lizzie zachter. Sirius schudde niet-begrijpend zijn hoofd. 'Van met die zoen,' fluisterde Lizzie zachtjes. Helaas niet zacht genoeg voor de oren van de anderen, die allemaal begonnen te joelen. Juist toen kwam Remus terug met die foto, en werd het gejoel nog eens versterkt met gefluit.

'Liz, nu kan je dat toch niet meer ontkennen, hé,' zei Lily, terwijl ze met de foto voor Lizzies neus wapperde.

'Nu niet nee,' zei Lizzie zacht, zodat enkel Sirius haar kon horen. Die trok Lizzie wat dichter naar zich toe.

'Dus jullie hadden toen niets?' vroeg Lily teleurgesteld omdat ze geen antwoord kreeg.

'Toen niet, nee,' zei Lizzie.

'Dus nu wel?' vroeg Lily gretig.

Lizzie en Sirius keken elkaar aan en glimlachten tegelijk. Dat beschouwde ze als een ja.

'Ha! Dus ik had gelijk!'

'Ja, Lily, jij had gelijk,' zei Lizzie.

'Ik heb gewonnen,'

'Ja,'

'En je weet wat dat betekend,' bleef Lily doorgaan.

'Lily!' Lizzie had Lily eindelijk stil weten te krijgen. 'Ik heb al drie keer ja gezegd.'

'Dat je 't maar weet!' zei Lily. Ze keek op haar horloge. 'Nou ik ga ontbijten, aangezien de lessen over tien minuten beginnen.'

'Tien minuten?!' riepen een aantal mensen, en iedereen schoot weg. Ook Lizzie en Sirius liepen als hazen naar de slaapzaal om hun gewaden aan te trekken.

Remus keek op zijn eigen horloge. 'Dat was smerig, Lily, als ze straks beseffen dat ze nog meer dat drie kwartier hebben…'

'Dan ben ik al lang weg,' zei Lily. Juist toen kwam Lizzie terug naar beneden (met gewaad aan, mens, die kan zich snel omkleden!). 'Ik moet gaan,' zei Lily haastig, en ze was weg.

'Daar krijgt ze nog van te horen,' zei Lizzie zodra ze bij de rest stond.

'Absoluut,' zei Sirius, die er ook bij was komen staan. Hij had zijn armen om Lizzies middel geslagen en gaf haar een kusje op haar slaap.

'Als jullie zo de hele tijd gaan doe, dan ben ik weg,' zei James. Echt ongelofelijk, hij was nu al aan het klagen.

Sirius en Lizzie keken elkaar grijnzend aan. Sirius liet haar los, maar bleef haar hand wel vasthouden.

Remus schudde zijn hoofd. 'Onverbeterlijk,' mompelde hij. 'Kom, we gaan eten.'

Ze liepen samen naar de Grote Zaal, en er waren wel wat mensen die Lizzie en Sirius na keken. Niet dat ze er zelf wat van merkten. In de Grote Zaal aangekomen was James beginnen zeuren over hen eerste Zwerkbalwedstrijd. Hij leek wel schrik van die Zwadderaars te hebben. Toen hij na even leek door te hebben dat niemand luisterde, stopte hij met praten.

'Wat zingen ze toch de hele tijd?' vroeg James plots. Iedereen richtte zijn aandacht tot het gezang, dat door de Grote Zaal galmde. Het was vooral Griffoendor die zong, maar ook een paar mensen van Ravenklauw en Huffelpuf deden mee.

Na nog geen twee regels kreeg Lizzie een flauwe grijns op haar gezicht.

'Welk lied is het?' vroeg Remus, die gemerkt had dat Lizzie het had herkend. Lizzie gaf geen antwoord en schudde haar hoofd.

'Waar slaagt het op?' wou Sirius weten.

Lizzie keek Sirius aan. Ze keek hem met een moet-ik-dat-nu-echt-gaan-zeggen-komma-ben-je-echt-zo-dom blik aan, maar tegelijk ook met een schittering in haar ogen.

Casanova is verliefd.
Schrijft gedichten, schrijft een brief.

Zo klonk het lied door de Grote Zaal. Sirius zuchtte. 'Nu weet gelijk heel de school het.'

'Oh, is dat een probleem?' vroeg Lizzie kalmpjes. Sirius keek op en keek recht in haar ogen. Ze moesten lachen.

'Die gaan ook niets veranderen, hé?' zei James, toen Sirius Lizzie een kusje op de mond gaf.

'Ik denk het niet, nee,' antwoordde Remus. Lizzie en Sirius konden enkel lachen.

Na het ontbijt gingen ze naar hun eerste les, Gedaanteverwisseling. (Jag!) Sirius kon zich weer niet concentreren, en was op een leeg vel perkament beginnen kladden. Hij had niet gemerkt Anderling hem weer bij de les wou krijgen, ondanks dat ze in zijn oor stond te tieren. Hij merkte het pas toen ze zijn blad perkament wegnam.

'Hé,' zei Sirius verontwaardigd, nog voor hij er erg in had. Daarna sloeg hij zijn hand voor de mond.

Anderling bekeek het perkament, dat vol stond met hartjes, en L+S, en meer van dat. 'Nou,' zei professor Anderling. 'Dit lijken me niet bepaald aantekeningen, meneer Zwarts. Ik vraag me toch nog steeds af hoe het komt dat jouw liefdesleven zoveel interessanter is dan andere dingen.'

Dit gaf genoeg informatie voor de klas om luidkeels Casanova (Wen er maar aan) van Clouseau te gaan zingen, terwijl de andere helft van de klas 'Sirius and Lizzie, sitting in a tree, K-I-S-S-I-N-G,' zong. Lizzie vond dat, net zoals Sirius niet zo leuk, en smeet een prop perkament naar het hoofd van Lily, die begonnen was met Casanova te zingen. Lily hield op met zingen en wou de prop openvouwen, maar Lizzie had hem alweer teruggepakt. Alleen had Anderling het ook gemerkt en nam de prop van Lizzie af.

'Hé,' zei die verontwaardigd, maar sloeg daarna niet haar hand voor haar mond.

Anderling opende het perkament en bekeek het even. 'Hm,' zei ze. 'Mooi op elkaar aansluitend.' Anderling stak de twee stukken perkament omhoog. Het perkament van Lizzie stond, net als dat van Sirius, vol met hartjes en L+S.

Lizzie sloeg met haar hoofd op tafel, en ze zag zo rood als een tomaat. Helaas had Sirius net op hetzelfde moment als Lizzie óók zijn hoofd op tafel geslagen, en de klas was weer aan het zingen geslagen. Anderling leek te beseffen dat er niets meer met de klas aan te vangen viel, en liet de klas vroeger gaan.

De hele dag werden Sirius en Lizzie tegengehouden. Sirius met de vraag waarom hij gestrikt was, en Lizzie met de vraag hoe ze hem gestrikt had. Tijdens het avondeten waren er weer twee Ravenklauwers gekomen om vragen te stellen, en Sirius was het beu. Hij begon wat spullen die op tafel stonden aan de kant te schuiven, zodat er plaats vrijkwam.

'Wat ben je van plan?' vroeg Lizzie.

'Eens voor iedereen duidelijk maken wat hier de feiten zijn,' zei Sirius, en hij klauterde op tafel en trok Lizzie er ook op. Plots was het muisstil in de zaal.

Sirius en Lizzie keken elkaar aan. Toen boog Sirius voorover, en zoende Lizzie. Lizzie zoende hem terug, en ze vergat even dat ze in een overvolle zaal stonden, op tafel. Ze voelde hoe Sirius langzaam zijn lippen opende, en ze deed hetzelfde. Het voelde als een stukje paradijs.

Na een paar tellen, die, naar Lizzies gedachten, véél te kort waren, lieten ze elkaar weer los. Ze keken elkaar aan, en lieten het applaus dat door heel de zaal galmde tot hun door dringen. Daarna sprongen ze samen de tafel af en gingen, met een reusachtige grijns, terug zitten.

En, of Lizzie en Sirius nu samen waren of niet, ze waren, bleven, onverbeterlijk.


THE END